header henri 1060x288

'obesitas*': « (obesus : vet) veralgemeende hypertrofia van vetweefsel;  plethora. In tegenstelling met overgewicht is obesitas pathologisch, of pathogeen.

ETIO:

(gen)

▪overvoeding met sedentariteit vertegnwoordgt 70% van de gevallen; het mechanisme is echter complex en wordt besproken in de rubriek –pathogenese.

▪erfelijke predispositie; ▪genetische mutatie met aantasten van leptine receptoren

▪psychoaffectieve stoornis, bij mens en gezelschapsdier.

▪stoornis van de genitale activteit; hypoactiviteit van de testes, ovariele oorzaken, castratie en sterilisatie.

▪infectieuse oorzaken 

▪samen met sommige tumoren; obesitas is tevens soms oncogeen.

▪sommige industriële milieucontaminanten en endocriene perturbatoren zouden een obesigene activiteit hebben bij mens en dier. Deze kunnen gevonden worden in diverse, dagelijkse produkten (pesticieden, cosmetica, voedseladditieven…)

▪medicamenteus: neuroleptica, benzodiazepines, oestrogenen, progestativa, androgenen,

▪hormonale aandoeningen als Cushing, hypothyroïdia, toediening van insuline, myxoedema.

 (lag):

▪energierijke industriële voeding, wortels, fruit ten koste van hooi

 (equ):

▪equine metabolic syndrome: diabetes type II; geassocieerd met laminitis

PATH:

Pathogenese:

▪Fundamenteel ligt de oorzaak van obesitas in een verhoogde inname van lipiden en suikers, samen met een verminderd verbruik. Deze oorzaak komt heden nog sterker tot uiting door verhoogde sedentariteit (beroepsmatig, zittend weken, auto) en door de perversiteit in het aanbod van industriële voeding, zuivering van de grondstoffen, in de hand werken van verslaving door smaakgevende stoffen (bij mens en gezelschapsdier). Psychische factoren als compensatie voor frustraties, suggesties via de media etc. Deze factoren hebben ook een impact bij gezelschapsdieren onder invloed van de eigenaars.

▪De bacteriële flora van de darm speelt een zeer belangrijke rol. Bij dieren veroorzaakt een verhoogde vetopname een daling van de bifidobacterium flora.

▪obesitas zou gebonden zijn aan een chronische toestand van systemische ontsteking (geobjectiveerd door de aanwezigheid van ontstekingsmediatoren). Verhoogde vetopname veroorzaakt een ontstekingstoestand van de dunne darm.

▪Adipocyten scheiden mediatoren als leptine af die ter hoogte van de hypothalamus het hongergevoel verlagen; bij obesitas ontstaat een resistentie aan leptine.

▪prebiotica (voedingsvezels) verhogen het verzadigingsgevoel en werken antiinflammatoir ter hoogte van de darm.

▪Ingeval van overgewicht slaan de adipocyten meer vet op, ingeval van obesitas is er vermenigvuldiging van adipocyten.

symptomen:

(gen): Het onderscheid thorax-abdomen is minder zichtbaar; ribben en ruggegraat zijn moeilijker te palperen.

(hum): bij mannen is er vooral ohoping van vet in de buik; bij vrouwen is er ophoping op het onderlichaam, de billen en de heup en is verantwoordelijk voor de gynoïde gestalte van de vrouw.           (lag): pododermatitis, moeilijker toilettage, dermatitis, myasen, moeilijker urineren, moeilijkheden bij opname van cecotrofen; leverlipidose

Complicaties:

Diabetes; hypertensie; leververvetting; apnee tijdens de slaap; sommige kankers, cardiovasculaire aandoeningen, arthritis, arthrose,

DIAG:

(hum): Bij de mens gebruikt men de bodymassindex:  BMI = gewicht (in kg) / gestalte2 (in m)

20-25 = ideaal; 25-30 = overgewicht; 30-35 = matige obesitas; 35-40 = ernstige obesitas; >40 = ziekelijke obesitas. Deze index dient wel geralitiveerd te worden ingeval van sterke gespierdheid bij athleten, zwangerschap en sommige andere factoren. 

(can)(fel): BMI bij dieren: licht opgezet graad 6, sterk opgezet graad 7 (ribben moeilijk palpeerbaar), obesitas graad 8 (ribben niet voelbaar zonder sterke druk), ziekelijke obesitas graad 9

THER:

(hum): matige restrictie van inname van caloriën is de enige, maar trage, doeltreffende vorm van vermageringsdieet. Enkele maatregelen die genomen worden bij een diet zijn: uitschakelen van voedsel met weinig voedingswaarde (soft drinks..), nuttigen van vijf vruchten en groenten per dag; water drinken vòòr de maaltijd; vermijden van de  associatie lipiden-suikers; omega 3 vetzuren verkiezen boven omega 6; verminderen vn de avondmaaltijd ten bate van het ontbijt, enkel eten tijdens de maaltijden; vezelrijke voeding bevorderd het verzadigingsgevoel. 

(can)(fel(fur)fret:

▪commercieel vermageringsdieet: is zelden efficiënt, en zeer frustrerend voor de hond en eigenaar.

▪methode met weegschaal. De hond moet gewogen worden; eventueel kan dit ontdubbeld worden met het meten van de buikomvang als de hond zwaar is.

Een huisdieet bestaat uit: mager vlees, mineralen en vitaminesupplement, olie, vezels (groenten). Gemakkelijkheidshalve kan het huisdieet op voorhand klaargemaakt worden voor een week: het vlees, de groenten (mengsel wortelen, prei, selder, courgettes), de olie, een een beetje doorgekookt rijst worden afzonderelijk gewogen. Vlees en het mengsel van rijst en groenten worden afzondrlijk gekookt en koel bewaard. Dagelijks wordt 1/7de deel van deze bereiding toegediend samen met multivitamine en mineralen. Maandelijks wordt de hond gewogen. Maandlijks wordt 10% van de wekelijkse hoeveelheden afgehouden tot wanneer de hond langzaam begint te vermageren. Deze hoeveelheid wordt aangehouden, zodat de hond maximaal 1-2% maandelijks aan gewicht verliest. Combinatie is mogelijk met dieet korrels: deze moeten dan ook gewogen worden en in rekning gebracht.

▪(fel): de kat is een strict carnivoor. De kat wordt gewogen. De wekelijkse hoeveelheid korrels wordt gewogen; de bijkomende hoeveelheid vlees of vis (rood vlees, kip, dieggevroren en gekookte magere vis) voor de week wordt gewogen. Maandelijks wordt de kat gewogen en 10% van de toegediende hoeveelheid afgetrokken tot wanneer de kat langzaam gewicht begint te verliezen.

▪voor de hond en voor de kat moet meer beweging voorzien worden.

(lag): beweging, buiten de kooi; ruwvoeder (hooi) en veminderen van krachtvoeder en fruit.

(699) Bleau C et al. 2015:”Crosstalk between intestinal microbiota, adipose tissue and skeletal muscle as an early event in systemic low-grade inflammation and the development of obesity and diabetes.Diabetes Metab Res Rev. 2015 Sep;31(6):545-61.