‘mastodermitis°’ ontsteking van de huid van uier en tepels (thelitis)
PATH: de aandoening kan specifiek de uier aantasten; sommige ziekten tasten echter simultaan andere locaties.
ETIO:
(bov):
1.Pustulae en bullae: Vesiculae, ulcera aan uier en tepels zijn voorzichtigheidshalve aangifteplichtig omwille van mogelijke Mond en Klauwzeer.
A)inheemse aandoeningen:
▫mond en klauwzeer (picornavirus) (aangifteplichtig): veroorzaakt vesikels met gele inhoud die zeer vlug overgaan tot ulceratie. Meestal zijn enkel de tepels aangetast naasr de mond en de klauwen.
▫vesiculaire stomatitis (rhabdovirus) (sui)(bov)(equi)(hum)(zoönose);
▫vesiculeus exantheem (calicivirus) (bov)(sui);
▫vesiculaire varkensziekte (picornavirus, genus enterovirus) (bov)(sui)(hum).
▫boviene mammilitis (bov): pijnlijke vesiculae en ulcera op de tepel, soms op de uier en andere locaties. Komt in Europa weinig voor. Dit zorgt voor pijnlijk melken. Bovine Herpes virus type 2 is hiervoor verantwoordelijk.
▫pseudocowpox, milkers nodule is een zoönose en behoort tot de meest frequente oorzaken van tepelaandoeningen. Besmetting gebeurt tijdens het melken of door het zuigen van de kalveren, en wordt veroorzaakt door een parapoxvirus (fam. Poxviridae). Vesiculae, papulae worden gevolgd door ulcera die na een zestal weken genezen. Noduli kunnen verschijnen op de handen van de melker.
▫koepokken: is zeldzaam geworden in Europa en tast verschillende diersoorten aan, inclusief de mens (zoönose). Ratten zijn het virusreservoir, en de ziekte is zeer besmettelijk, maar een primair letsel is noodzakelijk. De letsels zijn typisch cirkelvormig.
▫vaccinia: orthopoxvirus, virusstam afgeleid van koepokken, vroeger gebruikt als vaccin tegen pokken. Besmetting van runderen gebeurt door gevaccineerde mensen. De letsels (pokken) zijn gelijkaardig aan koepokken.
▫boviene Herpes virus 4: ulcereuse dermatitis heeft een speciefiek tropisme voor de huid van de uier. Het veroorzaakt papulae en vesiculae die samensmelten tot uitgebreidde ulcera. Er zijn geen algemene symptomen aanwezig, en de prognose is gunstig.
▫boviene Herpes virus 1 (IBR-IPV virus): naast de klassieke symptomen van IBR-IPV kan het virus ook de huid van de uier en tepels aantasten.
▫staphylokokken: naast andere locaties, kan men folliculitis of furunculosis letsels terugvinden op tepels en uier. De aandoening is sporadisch of enzoötisch. De pathogeniciteit is niet gekend, maar hygiënegebrek, vochtigheid werken predisponerend. De lestsels bestaan uit pustulae met korstvorming, folliculitis, furunculosis op tepels en uier. Andere lichaamsdelen kunnen aangetast worden, er zijn geen algmene symptomen. Kiemisolatie gebeurt enkel op primaire letsels.
▫necrobacillosis: ontstaat als complicatie op primaire letsels, of virale aandoeningen met huidtropisme. Ulcera zijn soms heel diep en etterig.
▫eosinofiele dermofolliculitis: de aandoening, is idiopatisch, niet besmettelijk en steriel. Meestal is slechts een dier aangetast. Pustulae en Korsten zijn over heel het lichaam aanwezig, zijn ringvormig met centraal een genezingsproces. Diagnose is enkel mogelijk door biopsie en aantonen van eosinofiele infiltratie, naast andere ontstekingscellen. Er is spontane genezing na maanden.
B)Exotische aandoeningen
▫vesiculeuse stomatitis (bov)(equ)(sui)(cam)(lama) is voorlopig exclusief aanwezig in Amerkia, gelijkt op mond en klauwzeer en verzoorzaakt bij (hum) een griepachtig syndroom (zoönose). Zeer besmettelijk met weinig sterfte veroorzaakt het vesiculae en ulcera op uier, mond en klauwen.
▫pelodera dermatitis is een saprofiete nematode, facultatief parasiet die leeft in planten in ontbinding en mest. Momenteel aanwezig in Noord Amerika. (can)(equ)(bov)(ovi)(hum) In weinig hygienisch milieu, dringt de nematode in vochtig gemacereerde huid. Uier en tepels bevinden zich tegen de vochtige vuile bodem en vertonen allerlei huidletsels. Na eliminatie van de infectiebron ontstaat vlugge genezing, aangezien de worm geen vermenigvuldigingscyclus vertoont bij dieren.
2.Exophyten: zijn productieve ontstekingsprocessen met vorming van papilloma’s, nodules.
A)Inheemse aandoeningen
▫papillomatosis: vooral bij jonge dieren. BPV1 veroorzaakt, tot enkele cm, grote papilloma’s op uier en tepels die regresseren in 1 -12 maand
BPV5 veroorzaakt rijstkorrelgrote papilloma’s op de tepels; BPV6 produceert gesteelde papilloma’s.
▫papuleuse stomatitis door parapoxvirus. Letsels bevinden zich rond en in de mond bij jonge runderen, ook op de tepels als wratachtige letsels. Er is genezing binnen een periode van enkele weken.
▫dermatophylosis door dermatophylus congolense: pustulae met hyperkeratose bij verschillende diersoorten. Generalisatie van proliferative letsels over heel het lichaam, en ook de uier tijdens natte seizoenen (herfst).
▫nocardia wordt teruggevonden in het kader van mastitis. Maar deze mastitis heeft ook een impact op de huid van uier en tepel. Mastitis ontstaat vooral door introductie van de kiem ter gelegenheid van gebruik van intramammaire tubes. De uier is gezwollen, hard, en men vindt subcutane abscessen die na weken openbreken. Enkel de uierhuid is aangetast. Hoge koorts kan wekenlang aanhouden. Sterfte is mogelijk maar gezien de infectieweg bij mastitis is de ziekte niet zeer besmettelijk. Diagnose is mogelijk door kiemisolatie en rechtstreeks onderzoek van melk en etter.
▫nodulaire tuberculoïde thelitis: atypische mycobacteriën, vooral op vochtige weiden met doornhoudende planten ontstaat na een ulcus op de tepel, een nodule in de diepte die ulcereert en na cicatrisatie jarenlang persisteert. Hierdoor wordt melken pijnlijk. Bij stieren kan het scrotum aangetast worden met steriliteit tot gevolg. Bij tuberculinatie rageert het dier positief. Histologisch kunnen Langerhanse reuzencellen aangetoond worden.
▫actinobacillosis: Meestal worden tong en lymfeklieren aangetast. De huid en ook de huid van de uier kan aangetast worden. Noduli kunnen verwarring scheppen met neoplasia; deze zijn pijnlijk en kunnen barsten en een gele vloeistof vrijlaten met typisch bruine korrels. Respons aan antibioticatherapie maakt differential diagnose met een tumoraal process mogelijk. ▫demodex bovis is een zeldzame aandoening in Europa, maar enzoötisch in tropische gebieden. De haarfollikel wordt aangetast. Hierdoor is de tepel gevrijwaard. Er ontstaan noduli.
▫parafilaria bovis Tubangui: wordt gekenmerkt door noduli met bloedingen overal op het lichaam en op de uier. De ziekte komt overal voor, ook in Noord Europa en wordt door Musca autumnalis, als tussengastheer overgedragen, en als L3 larve in het oogsecreet gedeponeerd. Met een beetje geluk zijn eieren en microfilaria zichtbaar in bloed opgevangen in noduli.
B)exotische aandoeningen
▫lumpy skin disease door capripoxvirus: is endemisch in Afrika en veroorzaakt noduli op de huid. Oedeem en noduli komen voor op de uier en de rest van het lichaam. Koorts kan dagen aanhouden, en aantasten van mucosae leidt tot ptyalisme, epiphora.
3.Keratinisatie en seborrhea
A)inheemse aandoeningen
▫besnoitia besnoiti: koorts, en algemene oedemen, pachydermia, sclerodermia, en ook aantasting van de uier. Weinig frequent, in warme streken, maar ook in België aangetoond. Katachtigen zijn hoofdgastheer en ontwikkelen een darmaandoening. Oogcysten en huidletsels zijn heel karacteristiek.
▫mucosal disease: naast de complexe pathologie van BVD, bestaat een huidaandoening die de tepels aantast: multipele coalescerende erosies soms met complete necrose van de tepel. Anderzijds bestaan andere huidletsels ter hoogte van neusspiegel, vulva, kroonrand, interdigitaal, preputium, maar ook rug, en binnenkant van de bil. Na ulceratie ontstaat hyperkeratose, huidverdikking. Er zijn mucosa letsels in de mond.
▫coryza gangrenosa is wereldwijd verspreid, maar is zeldzaam en weing besmettelijk, vertoont peristerende koorts, oogaandoeningen, ulceraties op het digestief apparaat, polyadenomegalia. Op tepels en uier ontstaan papulae en Korsten. Andere huiddelen kunnen ook aangetast zijn. Simultane aanwezigheid van runderen en schepen is indicatief voor de diagnose.
▫blauwtong (bov)(ovi): veroorzaakt Korsten en ulcera op uier en tepels, oedeem keratose op kroonrand, mond en tong, ptyalismus, alopecia en keratose elders op de huid. Verder ontstaat koorts, conjunctivitis, lymphadenitis; metritis, abortus, pneumonia.
▫fotosensibilisatie door leptospirosis: de pathogenese is onduidelijk. Een exsudatief erytheem ontstaat aan de buitenkant van de tepels (blootgesteld aan de zon) met later kartonachtig uitdrogen van de ongepigmenteerde huid. Andere lichaamsdelen kunnen ook aangetast worden. Koorts en algemene ziektesymptomen kunnen ook voorkomen. Ingeval van icterus kan het verband met leptospira gelegd worden.
▫allergische contact dermatitis: (bov): aanraking met het rubber van de melkachine: oedeem, erytheem, pijn, korstvorming op de tepels.
▫allergie aan de beet van simulium vliegjes veroorzaakt massaal eryheem, desquamatie en multipele petechiën op de fijne huid van uier en tepels. Secundair kan ook mastitis ontstaan. Dezelfde letsels kunnen elders op het lichaam teruggevonden worden waar de huid ook fijn is. Bij massale aanvallen kan sterfte optreden.
▫schurft: kenmerkend is de pruritus. Sarcoptes, Psoroptes en Chorioptes komen voor bij het rund; Deze parasieten zijn zeer besmettelijk en worden rechtstreeks overgdragen van dier tot dier. De uier is aangetast, achteraan tussen de billen. Veralgemening van de schurft varieert naargelang de geïmpliceerde parasite. Algemene symtomen en sterfte zijn mogelijk.
▫luizen phtiriosis: Damalinia, Haematopinus, Linognathus, Solenopotes luizen hebben slechts een beperkte impact.
▫seborrhea dermatitis met onbekende etiologie, bestaat uit een grote ulcus midden in de vier kwartieren. Er is acantholysis, parakeratosis, en ulceratieve dermatitis in de plooien van de uier met stinkende uitvloei.. Is frequent in de zomer. Ander namen zijn: dermite ulcérative mammaire, DUM, udder cleft dermatitis, intertrigo mammaire, dermatite des sillons. Verschillende bacteriën kunnen teruggevonden worden in de letsels. Er bestaat een verband tussen deze dermitis en mastitis. Isolatie van spirochaeten (PCR), Trueperella, Fusobacterium kon echter hun implicatie niet aantonen. Pyemie en embolia in de longen, lever, endocarditis, soms zelfs sterfte zijn mogelijk. D aandoening is moeilijk te genezen: lokaal antibiotica, antiseptica, reinigen van de wonde, zelfs systemisch toedienen van antibiotica. Preventieve selectie van uiers zonder diepe plooien is een optie.
▫alopecia areata: cirkelvormige alopecia plaques met onbekende etiologie, maar spontane regressie. Het haarverlies komt voor over heel het lichaam.
▫dermatomycosis: vooral jonge dieren zijn receptief. Soms komt schurft en mycose gelijktijdig voor. Trichophyton verrucosum, T.mentagrophytes, T.equinum, T.rubrum, Microsporum canis, M.gypsum. De letsels bestaan uit haarverlies, meestal cirkelvormig squameus in het centrum. Kenmerkend is de afwezigheid van pruritus. Heel het lichaam kan aangetast zijn.
Dermitis van uier en tepels is minder belangrijk bij andere diersoorten: sommige aandoeningen bij runderen komen ook voor bij ander diersoorten.
(sui)
▫actinobacillosis.
▫dermatophilus congolense
▫vesiculeuse stomatitis
▫lumpy skin disease
▫mond en klauwzeer
(equ)
▫dermatophylus congolense
(ovi)
▫actinobacillus
▫coryza gangrenosa
▫mond en klauwzeer
▫pelodera
▫dermatophylus
(cap)
▫mond en klauwzeer
(can)
▫dermatitis van de buik, lies-, oksel tasto ok de huid van de melkklier.
(fel)
▫cfr (can)
▫dermatophilus