Online Systematiek van de Pathologie en Differentiaal Diagnose

abortus

‘abortus°’

 mummificatie, geboorte van zwakke neonati, vroege neonatale sterfte, resorptie, maceratie:

Abortus is het afdrijven van een onvoldragen levende of dode fœtus. Vòòr de leeftijd van leefbaarheid, maar na voltooide organogenesis spreekt men van verwerping of abortus, na deze leeftijd spreekt men van vroeggeboorte. Vooraleer de organogenesis voltooid is spreekt men van embryonale sterfte. Voor vele etiologiën lopen, abortus, vroeggeboorte, geboorte van zwakke neonati, kleine worpen, mummificatie, embryonale sterfte door mekaar. Wanneer een dode vrucht ontdekt wordt in de stal kan men een onderscheid maken tussen een vrucht die levend geboren is en doodgeboren: een levend geboren voldragen vrucht heeft strooisel tussen de teentjes, heeft een normale gestalte, overvloedig en droog haarkleed, heeft roze mucosae.

 

(sui): vroeggeboorte tot dag 109. Verwerpen bij 4% van de zeugen is normaal op een bedrijf. Sterfte van de vrucht vòòr dag 35 leidt tot resorptie en terug bronstig worden (cfr.repeat breeders).

(bov): een abortus percentage van 3% op rundveebedrijven is normaal.

(ovi): een abortuspercentage van 2% is normaal.

(hum): een pathologische abortus wordt hier miskraam genoemd (fausse couche) in tegenstelling met abortus welke vrijwillig veroorzaakt wordt.  

DIAG:

-De etiologische diagnose van abortus is onmogelijk zonder microbiologische identificatie van pathogenen. Omstandigheden van de abortus, en de anatomo-pathologische afwijkingen van de verworpen vrucht, placenta en vruchtvliezen zijn hiervoor onbruikbaar: gebruikelijk worden de foetus, vruchtvliezen, placenta en moederbloed, naar het laboratorium gebracht. Anders wordt hersenweefsel, maagdarminhoud, long, lever, milt, bloed, placenta en andere weefsels onderzocht. Maar niettegenstaande is de kans op etiologische diagnose laag, omdat vooraleer verwerping optreedt, de sterfte reeds uren of dagen voorbij is en autolyse en contaminatie plaats grepen. Ook is het noodzakelijk verschillende geaborteerde foeti te bemonsteren, aangezien het pathologisch agens niet systematisch aanwezig is.

-Aangezien etiologische diagnose moeilijk is, wordt deze opzoeking slechts zinvol wanneer het aantal verwerpingen en zeker percentage overschrijdt.

-stalen worden binnen de 48 uur na abortus onderzocht.

-vervoer naar het laboratorium gebeurt bij +4°C. 

-analyse gebeurt door bacterie isolatie en PCR.

-maternaal bloed wordt gebruikt voor bepaling van antistof titers, of eventueel seroconversie. Belangrijk, indien geen antilichamen gevonden worden, bstaat de mogelijkheid niettemin om de uitgetestte negatieve resultaten te gebruiken om diagnoses uit te sluiten.  

-voorzichtigheid is geboden bij manipulatie van abortus materiaal, aangezien vele pathogene agentia zoönotisch zijn.

PATH: symptomatologie:

-abortus gaat vaak gepaard met placentitis en infectieuse letsels aan de foeti.

-Een niet infectieuze vroegabortus vertoont weinig symptomen.

-Bij een niet infectieuze laattijdige abortus stelt men onvoldoende voorbereidde geboortewegen vast, ook dystocia, metritis, en nadien retentio secundinarum (bov), gebrekkige involutie, onvruchtbaarheid.

-Symptomen van abortus imminens (dreigende abortus) zijn: zwellen van vulva en uiergroei, vaginale uitvloei, vervloeien van de cervixslijmprop, koliek, onrust, soms gedurende weken.

-infectieuze laattijdige abortus: retentio secundinarum, nadien verminderde vruchtbaarheid.

-genetische en sommige infectieuse oorzaken veroorzaken anatomische, teratologische afwijkingen.

ETIO:

(gen)  algemeen

 ▪Niet infectieuse oorzaken:

 -deficienties aan vit A, koper, selenium, magnesium.

-medicamenteus: metobimin, albendazole in het begin van de dracht (microphtalmia). Mifepristone, misoprostol worden gebruikt (hum) bij ongewenste zwangerschap. Sommige antibiotica verhogen de kans op teratologische afwijkingen en abortus: azithromycine, metronidazole, sulfamethoxazole - trimethoprim, clarithromycine, quinolones, tetracyclines, doxicycline, clindamycine, chlooramphenicol. Cephalosporines, amoxicilline zijn veilig. Andere geneesmiddelen: cabergoline; corticosteroïden, prostaglandines; oestrogenen; glucocorticoïden, prostaglandines; bromocriptine; cytostatica; ergotamine, phenothiazine, levamisole.

-toxines: astragalus sp. Indolizidine, coumarines, koostoftetrachloride.

-trifolium subterraneum: onderaardse klaver; deze klaver wordt soms gebruikt als voeder, en kan soms abortus veroorzaken bij ruminantia.

-letale genetische defecten en ontwikkelingstoornissen van de foetus: vaak veroorzaken deze factoren embryonale sterfte zonder abortus

-niet infectieuze vroegabortus: niet vitale foetus, gebrekkige innesteling, abnormale uterus, regressie van corpus luteum graviditatis, predispositie, dekking bij bronst tijdens de dracht.

-niet infectieuze laattijdige abortus: bij alle diersoorten

-kunstmatige laattijdige abortus: om medische redenen door perforatie van de vruchtvliezen via de cervix of toedienen van oestrogenen

-placenta praevia (praevius: vooraanstaand): abnormale vasthechting van de placenta. Haemorragia, abortus

Vroegtijdige weeën.

▪infectieuze vroegabortus; infectieuze laattijdige abortus: bij alle diersoorten door bacteriën, virussen, protoza, schimmels; placentitis.

-Chlamidiophila abortus: zoönosis, veroorzaakt abortus bij (bov)(ovi)(sui)(equ)(lag)(rod)(hum).

-Listeria monocytogenes: (bov)(ovi)(cap)(hum)(lag): tropisme voor baarmoeder en neonati, zenuwstelsel, sterfte.

-Salmonella dublin: (bov)(cap)(rod) rat.

-*Leptospirosis: (hum)(can)(bov)(sui)(equ)(rod). Knaagdieren zijn kiemreservoir. De kat (fel) is weinig gevoelig. Besmetting is gerelateerd aan waterafvoer. Alle weefsels worden aangetast.

-Ainovirus, Orthobunyavirus, Shamonda virus.

-Toxoplasma gondii: (gen)(fel)(can)(equ)(ovi)(ave)(rod)muis(zoonosis)(hum): alle weefsels worden aangetast; foeti worden transplacentair aangetast. Vaak zenuwstoornissen bij volwassen dieren en neonati.

▪andere oorzaken:

-koorts, hypoxia, acidosis, erg trauma bij het moederdier

(sui): varkens

Indien slechts enkele foeti aborteren, is het normaal dat deze samen met de andere gezonde biggen op termijn geboren worden.

▪algemeen, niet infectieuse oorzaken:

-extreem hoge of lage omgevingstemperatuur; in het najaar, na de warme zomerperiode, is er meer verwerpen (vroeger waren varkens niet vruchtbaar tijdens deze periode!).

-CO intoxicatie bij slecht functionerende gasbranders.

-frequent gebruik van organische fosforverbindingen, cresol, dicoumarol, nitraten.

-procaïne penicilline;

-voeders gecontamineerd met mycotoxines; zearalenone en zearalenol veroorzaken eerder infertiliteit, embryonale sterfte, gebrekkige implantatie dan abortus. Fumonisine veroorzaakt acuut longoedeem vaak gevolgd door abortus bij drachtige zeugen.

-een uitgesproken negatieve energiebalans; stress door sociale onrust, manipulaties, verkeerde voeding en huisvesting. Vitamine A, riboflavine, calcium, ijzer, mangaan, jodium gebrek.

▪infectieuse oorzaken:

▫virusinfectie:

-SMEDI virussen (stilbirth mummification embryonic death infertility: parvovirussen en enterovirussen): diagnose gebeurt door aantonen van virus in foeti; preventie door vaccinatie.

-*Aujeszkyvirus: diagnose door PCR, Elisa; België is officieel vrij, en er geldt een vaccinatieverbod. De uitbraak gaat gepaard met zenuw- en ademhaling stoornissen.

-*PRRS virus: porciene reproductieve en respiratoir syndroom virus: nagenoeg alle varkensbedrijven zijn enzoötisch geïnfecteerd met dit virus; diagnose gebeurt door virusisolatie en PCR bij dode biggen; behandeling gebeurt door vaccinatie. De aandoening is wereldwijd. Meestal gebeurt de abortus op het einde van de dracht, en omvat dode en levende biggen die vaak ademhaling stoornissen zullen vertonen. Tegelijkertijd vertoont de toom ademhaling stoornissen en andere bacteriële ziekten.

-*Klassieke varkenspest: België is officieel vrij van varkenspest en in de EU geldt een vaccinatieverbod.

-BVD: Het boviene virale diarree virus kan occasioneel varkens infecteren.

-Border disease virus (bov)(ovi) kan occasioneel varkens infecteren.

-*PCV-2 virus, Porcien Circovirus infectie, wegkwijnziekte, is wereldwijd. Men vindt abortus en chronische slechte algemene toestand van de biggen na spenen: post weaning multisystemic wasting syndrome (wegkwijnziekte bij gespeende biggen). De aandoening is weinig persisterend aangezien varkens zeer vlug immuniteit opbouwen.

-Influenza virussen (H1N1, H3N2, H1N2).

-Porcien Cytomegalovirus (Herpesvirus).

-Japanese B encephalitis virus. De aandoening is aanwezig in Azië en Australië.           

-Afrikaanse varkenspest.

-Reovirus.

-*porciene Parvovirus is wereldwijd verspreid. Immuniteit is levenslang, en abortus is een kwestie van primiparen. Niet alle foeti worden gelijktijdig besmet, en er kan sterfte optreden in verschillende stadia van de dracht, aborteren van foeti van ongelijke grootte is een typisch verschijnsel. Daarenboven ontwikkelen foeti na 70 dagen dracht een immuun respons en worden gezond geboren.

-Wesselsbron virus.

-Mond en klauwzeer; Encephalomyocarditis virus; enterovirussen; Blue eye disease virus (in Mexico).

▫Bacteriële, protozoaire, parasitiare en schimmel infectie

-*leptosiprose (geringe incidentie in België). Zoönose.

-Brucella suis: komt niet voor in België. Zoönosis.

-vlekziekte: normaal samen met bloedingen op de huid; algemeen ziek zijn. Bestrijding door vaccinatie

-Chlamydia abortus; (bov)(ovi)(sui)(equ)(lag)(rod), inclusief (hum) (zoönosis).

-Toxoplasma gondii

-facultatief pathogeen: Trueperella pyogenes, E.Coli, Staphylococcus, Streptococcus, Erysipelothrix rhusopathiae, Salmonella, Pasteurella multocida, Listeria, Actinobacillus, Haemophilus parasuis, Mycoplasma suis, Lawsonia intracellularis.

(bov): runderen

▪infectieuse oorzaken:

▫viraal

-*IBR-IPV, (infectieuse pustuleuse vulvovaginits en balanoposthitis), boviene Herpesvirus veroorzaakt naast placentitis en abortus ook verlaagde fertiliteit. Beide vormen, IBR en IPV alsook vaccinatie veroorzaken abortus. De meeste abortussen komen onverwacht gedurende het laatste trimester van de dracht en worden voorafgegaan door ademhaling stoornissen, conjunctivitis

-*BVD, boviene virus diarrhee is een frequente oorzaak van abortus, samen met teratologische afwijkingen in het centraal zenuwstelsel, steriliteit, sterke onderdrukking van de immuniteit en allerhande problemen hieraan verbonden. Immuno tolerante kalveren worden geboren als permanente virus uitscheiders. 

-Schmallenbergvirus; (bov) (ovi)(cap)

-blauwtong: bij herkauwers: (bov)(ovi)(cap)(cer) en wilde herkauwers; wordt overgedragen door culicoïden. Veroorzaakt abortus en geboorte van kalveren met hersenafwijkingen. Het virus is aanwezig in België sinds 2006.

-andere: Akabane virus; Parainfluenza 3

▫bacterieel, protozoa, fungi

-*leptospirosis: (hum)(cap)(can)(bov)(sui)(equ)(rod). Knaagdieren zijn kiemreservoir. De kat (fel) is weinig gevoelig. Besmetting is gerelateerd aan waterafvoer. Alle weefsels worden aangetast. Abortus en placentitis treden op tijdens het laatste trimester van de dracht. De meeste abortussen gebeuren bij klinisch gezonde dieren. Leptospirose is een zoönosis.

-*Chlamydia abortus; enzootische abortus bij (ovi) en sporadisch bij (bov)(sui)(equ)(lag)(rod), inclusief (hum) (zoönosis). Wereldwijd verspreid, matige prevalentie in België. Abortus grijpt plaats tijdens laatste trimester van de dracht.

-Trichomonas foetus; is een venerische ziekte met woekering op penis bij de stier en in de vagina. Stieren zijn levenslange dragers. Abortus ontstaat in de eerste helft van de dracht. Vaak is er retentio.

-Vibrio foetus: (bov)(ovi); vertoont tropisme voor het geslachtsapparaat.

-Besnoitia besnoitii (bov)(equ)(ovi): oedemen, huidverdikkingen, hyperkeratose; eerste diagnose in Wallonië in 2016.

-*Brucella abortus, Brucellose is een frequente oorzaak van epizoötische abortus bij (bov)(ovi) en kan verschillende species besmetten, inclusief (hum) (zoönosis). Abortus grijpt plaats in de tweede helft van de dracht.

-*Neospora caninum, (can)(bov): de hond of wilde canideën zijn eindgastheer; veroorzaakt wereldwijd abortus bij het rund, vaak samen met zenuwsymptomen en non purulente encephalitis bij de vrucht.

-Coxiella burnetti, Q fever; werd aangetoond in zuid Nederland

-*Trueperella pyogenes (equ)(bov)(sui)(ovi)(cap)(can): veroorzaakt sporadische abortus in eender welk stadium van de dracht, samen met huid-, ademhaling-, hart-, zenuwstoornissen. Aangezien de kiem normaal niet aanwezig is, zelfs niet als contaminant, is kiemisolatie significant.  

-*Aspergillus schimmels: (bov)(cap)(ovi) kunnen abortus vertonen vanaf 4 maand tot op het einde van de dracht, en vooral in de winter. Alle diersoorten, ook vogels zijn vatbaar voor Aspergillus. Necrotische haarden worden teruggevonden in vele weefsels, inclusief de huid waar vaak ringvormige letsels kunnen teruggevonden worden. De diagnose is mogelijk door schimmelisolatie. 

-Mucor, Absidia, Rhizopus veroorzaken ook schimmelabortus

-Anaplasma phagocytophilum: bij ruminantia (bov)(ovi)(cap) is koorts het belangrijkste symptoom, dalen van de melkproductie, polyadenopathia, oedeem, abortus, hepatomegalia, convulsies, ataxia, paralysen, claudicatie, bij (hum)(can)(fel)(equ) bestaan gelijkaardige symptomen.

-Salmonella typhimurium; Salmonella montevideo; gewoonlijk zijn de runderen ziek.

-Campylobacter fetus venerealis en C.jejuni vroorzaken sporadisch abortus tussen 4 en 8 maand dracht. De kiem is potentieel zoönotisch.

-Listeria monocytogenes kan placentitis veroorzaken met sporadische abortus in eender welk stadium van de dracht. Het moederdier veroont koorts voorafgaand de abortus. Retentio is mogelijk. De kiem is ook zoönotisch.

-Ureaplasma: bewoner van vagina en preputium bij runderen met sporadische abortus, soms onder vorm van uitbraken.

-andere: Actinobacillus lignieresii; Actinobacillus seminis; Bacillus cereus; Bacillus circulans; Bacillus coagulans; Bacillus licheniformis; Escherichia coli, Haemophilus somnus; Mannheimia haemolytica; Pasteurella multocida; Mycoplasma; Histophilus somni.

-Dictyocaulus viviparus (bijkomende neveneffecten)

▪Andere en alimentaire oorzaken en carenties

-vit A, E Selenium en ijzer worden als oorzaak vermeld.

-ergotamine intoxicatie

-bij toedienen van chorion gonadotrofine intracysteus bij behandeling van nymphomania; bestaat kans op abortus.

(ovi) (cap): schapen en geiten

Enkele kenmerken voor de leeftijd bepaling van de geaborteerde foetus: openen van de gehoorgang, neus op 50-55 dagen dracht; beharing rond ogen, neus, nek 85-105 dagen; oogleden los, beharing overal behalve ledematen 110-120 dagen; alles behaard op 120-130 dagen

▪algemeen

-accidenteel door aanrijding

-uithongeren, hypothermia

-meerlingdracht (3,4 foeti)

▪infectieuse oorzaken

▫viraal

-Schmallenbergvirus; (bov)(ovi)(cap): abortus, doodgeboorte, teratologische afwijkingen.

-Akabanevirus (bov)(ovi)(cap): zeer nauw verband met Schmallenberg virus.

-Capripoxvirus: besmettelijke nodulaire dermatose, voorkomen bij (ovi)(cap) en wilde dieren: zebu, giraf, impala, rund in subsahara Afrika, Israël, Rusland, Turkije, Griekenland, Balkan. Morbiditeit 100%. met ulceratie van mond; huiderupties op ledematen, buik, Mortalitiet 100% bij lammeren. Abortus.

-*Herpes virus capri type 1: het virus is nauw verwant met IBR-IPV virus bij runderen. Het virus veroorzaakt sporadische uitbraken van late abortus bij geiten (cap) samen met vulvovaginitis, balanoposthitis, ademhalingstoornissen.

-*Orbivirus ovis: blauwtong: bij herkauwers: (bov)(ovi)(cap)(cer) en wilde herkauwers; in België sinds 2006; de ziekte is milder bij (bov)(cap); ulcera en zwelling van lippen, mond, tong, klauwranden; bij drachtige dieren is er abortus en zijn er congenitale hersen afwijkingen.

-Nairovirus (ovi)(cap): ziekte van Naïrobi, in Afrika.

-*Border disease virus: wereldwijd: enkel bij (ovi)(cap): abortus in alle stadia van de dracht, congenitale afwijkingen en geboorte van zwakke lammeren. Ooien zijn door de band niet ziek, uitgenomen een lichte koorts. Typisch zijn lammeren met abnormale vacht en tremor (hairy shaker lambs).

-Cache Valley Virus: is een problem in de Verenigde Staten en Mexico.

-Wesselsbron virus; (ovi)(cap)(equ)(sui): ziekte van Wesselsbron. Komt voor in het zuiden van Afrika. Tevens is er koorts met hemorragische gastroenteritis, diarrhea, icterus, zenuwsymptomen.

▫bacterieel, protozoa, mycose

-*Campylobacter fetus venerealis en C.jejuni vroorzaken sporadisch abortus in de late drachtperiode; nadien ontwikkelt de ooi metritis. C. Kejuni is potentieel zoönotisch en veroorzaakt diarrhee bij de mens . De aandoening is cyclisch met epizootie alle 4-5 jaar.

-*Chlamydia abortus- Chlamydiophila abortus is wereldwijd oorzaak van enzoötische abortus bij ooien (ovi) geiten (cap) en ook bij (bov)(sui)(equ)(lag)(rod), inclusief zeldzame abortus bij vrouwen (hum) (zoönosis). Vaak, kenmerkend, is de laattijdige aantasting van de foetus, tijdens de laatste 2-3 weken van de dracht, vaak met geboorte van een lam dat slechts enkele uren leeft, de gestorven foeti vertonen derhalve geen autolyse.

-infectieuse vroegabortus: vibrio abortus. Infectieuse laattijdige abortus:

-*Brucella spp.; Brucella abortus kan verschillende species besmetten, inclusief (hum) (zoönosis). Kenmerkend voor B.ovis, is de besmettelijke epididymitis bij rammen naast abortus; abortus grijpt plaats op het einde van de dracht, maar komt occasioneel voor. B.melitensis veroorzaakt ook abortus en is zoönotisch.

-*Toxoplasma gondii is, wereldwijd, een belangrijke oorzaak van abortus (ovi) (cap); toxoplasmose is een zoönose, en feces van katten spelen een rol in transmissie. Na infectie worden de ooien immuun: daarom kan men ooien die niet drachtig zijn een immuniteit laten opbouwen door aanraking met aborterende ooien.

-Pasteurella hemolytica (Mannheimia hemolytica)(ovi)(bov) en andere ruminantia, ook bij (equ)(sui) (shipping fever) hemorragische septicemia met petechiën, enteritis. Pneumonia, oedeem; abortus; arthritis. Aanwezig in Nederland, België.

-Vibrio foetus: (bov)(ovi); tropisme voor het geslachtsapparaat.

-*Salmonella abortus ovis, endemisch in Europa, veroorzaakt, kenmerkend, laattijdige aantasting van de foetus met geboorte van een lam dat slechts enkele uren leeft. S.Dublin, S.typhimurium, S.arizona veroorzaken wereldwijd abortus. Meestal zijn de ooien ziek en koortsig. Salmonella is zoönotisch

-*Coxiella burnetti (Q fever); abortus bij (ovi)(cap) is aangetoond in zuid Nederland; de meeste dieren, inclusief de mens zijn gevoelig (zoönose).

-Neospora caninum (685) geeft occasioneel abortus, gelijkend op deze veroorzaakt door Toxoplasma.

-Mycoplasma agalactiae (ovi)(cap)

-*Listeria ivanovi, L.monocytogenes: late abortus bij (ovi)(cap); ooien zijn ziek en kunnen sterven.

-Leptospirose: Leptospira interrogans (serovar Grippotyphosa en Pomona) is oorzaak van abortus bij geiten (cap) vaak met anemia, icterus, hemoglobinuria. Schapen zijn relatief resistent aan Leptospira.

-Anaplasma phagocytophilum: bij ruminantia (bov)(ovi)(cap) is koorts is het belangrijkste symptoom, dalen van de melkproductie, polyadenopathia, oedeem, abortus, hepatomegalia, convulsies, ataxia, paralysen, claudicatie, bij (hum)(can)(fel)(equ) bestaan gelijkaardige symptomen.

-alhoewel mider frequent als bij runderen, kunnen fungi ook abortus veroorzaken.

▪Toxines

-Veratrum californicum.

(cam) cameliden, lama:

▪Niet infectieuse oorzaken

-meestal idiopatisch.

-tweelingdracht, torsie van de navelstreng, torsie van de uterus, erfelijke aandoeningen, insufficiëntie van het corpus luteum, erg ziekteproces, zeer jonge moederdieren.

-Stress en hoge omgevingstemperatuur kan zorgen voor vroeggeboorte : uitputtende tocht, hittestress.

-obesitas en hypothyroïdia.

-medicamenteuse oorzaken.

-nutritionele deficiënties.

▪Infectieuse oorzaken:

▫viraal:

-*BVD: boviene virale diarrhee is een belangrijke oorzaak.

-EHV1: equine Herpes virus

-EVA : equine virus arteritis

-blauwtong

▫bacterieel en andere

-*Brucella abortus, Brucella melitensis;

-Streptococcus, Toxoplasma, Leptospira, Listeria, Campylobacter fetus, Coxiella burnetti, E.Coli, Streptococcus equi.

-*Chlamydia abortus (bov)(ovi)(sui)(equ)(lag)(rod), inclusief (hum) (zoönosis).

-Toxoplasma, Neopsora caninum, Sarcocystis auchniae, Trichomonas fœtus.

-Encephalitozoön cuniculi, Aspergillus

(equ) paard: 

▪Niet infectieuse oorzaken, intoxicaties:

-de belangrijkste oorzaak van abortus bij het paard is tweelingdracht. Abortus rond 8-9 maand dracht wordt voorafgegaan door vervroegde lactatie.

-afwijkingen aan de navelstreng (torsie, abnormale lengte…)

-aangeboren, congenitale afwijkingen.

-Mare Reproductieve Loss Syndrome: MRLS. Tot hiertoe enkel in de verenigde State en Australië. De oorzaak is onzeker, maar de implicatie van het exoskelet van rupsen, onder andere de dennenprocessierups wordt vermoed.

-zwenkgras (Festuca) besmet met Neotyphodium coenophialum, een schimmel verwant met Claviceps purpurea. Dit produceert toxische alcaloïden en veroorzaakt abortus.

▪Infectieuse oorzaken

▫viraal

-*EHV4 en EHV1: equine Herpes virus, equine rhinopneumonitis is de belangrijkste virale oorzaak van abortus bij paarden. Andere diersoorten zijn gevoelig (equ)(rod)(cam) lama. Symptomen zijn: zenuw- en ademhaling stoornissen, abortus.

-*EVA: equine viral arteritis: abortus volgt op klinische ziekte: conjunctivits, pneumonia, oedeem aan de ledematen.

-Wesselsbron virus: (ovi)(cap): ziekte van Wesselsbron. Mildere aandoening bij (equ)(sui) Komt voor in het zuiden van Afrika.

▫bacterieel en andere

-de meeste gevallen van bacteriële placentitis, zijn ascenderend; dit gaat gepaard met vroegtijdige ontwikkeling van de uier en vaginale uitvloei. Streptococcus equi zoöepidemicus, Streptococcus equisimitis, E.Coli, Pseudomonas aeruginosa, Enterobacter agglomerans, α hemolytische Streptococcen, Staphylococcus aureus, Klebsiella pneumoniae, Actinobacillus worden vaak uit vaginale uitvloei, placenta, foeti geisoleerd.  

-leptospirose placentitis (Leptospira interrogans) wordt hematogeen aangevoerd. De meeste aborti grijpen plaats tussen 6-9 maand dracht.

-Nocardia, Rhodococcus rubropertinctus, Amycolatopsis, Crossiella equi.

-Ehrlichia risticii 

-Neospora

-Salmonella abortus equi ,

-Coxiella Burnettii en

-Chlamydophila abortus (bov)(ovi)(sui)(equ)(lag)(rod), inclusief (hum) (zoönosis).

-Corynebacterium equi: besmettlijke bronchopneumonia met abortus bij de merrie

-mycotische placentitis is ook ascenderend en impliceert Aspergillus, Mucor, Candida, Histoplasma capsulatum, Coccidioides, Cryptococcus neoformans.

▪(hum): mens

genetische afwijkingen, teratologische afwijking bij de foetus. Stollingstoornis bij de moeder. Diabetes mellitus. Hyperhomocysteïnemie. Anatomische afwijkingen in de baarmoeder. Leefgewoonten als roken, alcolisme, overgewicht. Infectie (zeldzaam): toxoplasmose, syphilis, Listeria, kinkhoest, griep,

Erysipelothrix rhusopathiae (vlekziekte) veroorzaakt naast huidziekte ook abortus

 

▪(can): hondhond

▪infecties

virus:

-Herpesvirus canis: ook sterfte van neonati tot 3 weken oud.

-Parvovirus

-hondeziekte

-canine Adenovirus, hepatitis contagiosa canis

▫bacterieel, protozoa:

-Brucella canis, besmettelijk voor (hum) (zoönosis)

-Mycoplasma, E.Coli, Salmonella, Campylobacter, Mycobacterium.

-Coxiella: Q fever

-Neospora caninum, (can) (bov): de hond is eindgastheer, veroorzaakt abortus bij het rund, vaak samen met zenuwsymptomen.

-Ehrlichia canis: voorkomen in Afrika, Azië, Middellandse zeegebied.

-Leishmania infantum: Midden Oosten, Zuid Amerka, Middellandse Zee en Zuid Europa.

-Toxoplasmosis

▪baarmoeder aandoeningen

-cysteuse endometrium hyperplasia

-endometritis, pyometra

-baarmoedertrauma, prolapsus, torsie, ruptuur, congenitale afwijkingen

-extrauteriene dracht

-tumoren

▪endocriene oorzaken

-hypothyroïdia

-diabetes mellitus

-dysfunctie van het corpus luteum

(fel): kat

▪infecties

▫virus:

-Herpesvirus felis: feliene rhinotracheitis, coryza

-Parvovirus

-panleucopenia virus, katteziekte bij katten en katachtigen.

-FeLV, feliene leukemia virus, FIV.

-Feliene infectieuse peritonitis

▫bacterieel, protozoa:

-Mycoplasma, E.Coli, Salmonella, Campylobacter, Mycobacterium

-Chlamydiophila psittaci

-Leishmania infantum: occasioneel bij de kat

-Toxoplasmosis

-Coxiella: Q fever

▪baarmoeder aandoeningen

-cysteuse endometrium hyperplasia

-endometritis, pyometra

-baarmoedertrauma, prolapsus, torsie, ruptuur, congenitale afwijkingen

-extrauteriene dracht

-tumoren

(rod): knaagdieren

-Pasteurella pneumotropica: abscederende pneumonia, mastitis, otitis media, panophtalmia, huidabscessen, inwendige abscessen, abortus

THER:

abortus is vaak veroorzaakt door zoönotische agentia; daarom dient de dierenarts aandacht te besteden voor de volksgezondheid. Zieke dieren moeten geïsoleerd worden, besmet materiaal moet vernietigd worden, er moet grondig ontsmet worden. Bij abortus imminens moeten de dieren rustig gehouden worden, antisposmodica, gestagenen

REGL: abortus is aangifteplichtig, ook foetoptoma of doodgeboorte en neonatale sterfte (binnen de 24 uur na de geboorte). De aangifte gebeurt door de bedrijfsuitbater. De aangenomen dierenarts moet verwittigd worden en stalen dienen genomen: serum+placenta, melk of swab. Alternatief: serum+foetus met formulier 45 voor onderzoek naar andere oorzaken. (KB 6/12/1978 brucellosebestrijding)